Dat Boelgedicht, uitgave HUN. Collectie Literatuurmuseum

Daar stond hij, Edgar Cairo, in zijn postkoloniale eenzaamheid

Dit is een bijdrage van het Literatuurmuseum

In het Literatuurmuseum wordt een bijzonder gedicht van Edgar Cairo bewaard, dat in 2009 nog op de Suriname-tentoonstelling bij IHLIA in Amsterdam heeft gehangen.

Dat Boelgedicht stamt uit 1980, Cairo’s hoogtijdagen, toen hij columns schreef voor onder meer de Volkskrant en De Groene Amsterdammer.

Veelal Surinaamse lezers verweten hem dat hij zijn ‘Cairojaanse’ taal ten onrechte verkocht als zijnde Surinaams-Nederlands. Voor de liefhebbers van taalkunst wist Cairo swingend het wel en wee van Surinamers in Nederland en Europeanen in de West te schetsen, met een buitengewone kennis van de mondiale koloniale geschiedenis.

Volgens Astrid Roemer waren de romans van Cairo te onthullend en werden ze door vrienden en kennissen uit vrees en schaamte als nestbevuilend beschouwd.

Alfred Birney bekeek Dat Boelgedicht in het Literatuurmuseum.

Edgar Cairo in 1982. Foto Rob Bogaerts

Alle blogberichten