Manuscript Het jongensuur

Literatuurmuseum

Andreas Burnier (1931-2002) was naast filosoof en hoogleraar criminologie, schrijver van diverse romans, essays, brieven en artikelen. Ze schreef openhartig over haar seksuele geaardheid. Ook thematiseerde ze haar genderidentiteit, zoals in Het jongensuur (1969), naar eigen zeggen haar meest autobiografische boek. In het Literatuurmuseum is het typoscript van deze roman te bekijken. Haar leven lang heeft Burnier zich verdrukt gevoeld, zowel door haar Joodse afkomst, haar geaardheid als door het feit dat ze een vrouw was. Maar: ‘Het is altijd een voorrecht te worden geboren in een onderdrukte groep’, zei ze ooit. ‘In die zin dat het je wakker houdt, je bewustzijn scherpt, je geestelijke activiteit prikkelt.’

Andreas Burnier (pseudoniem Catharina Irma Dessaur, 1931-2002) was naast filosoof en hoogleraar criminologie, schrijver van diverse romans, essays, brieven en artikelen. Haar hele leven worstelde ze met haar identiteit. Wat betekende het om Joods te zijn in Nederland na de Holocaust, of een vrouw in een patriarchale samenleving? Maar nog het allermeest bracht haar seksuele geaardheid Burnier aan het twijfelen. Ze schreef in haar boeken uitgebreid en openlijk over homoseksualiteit en genderidentiteit, waaronder in de roman Het jongensuur (1969): naar eigen zeggen haar meest autobiografische werk.

Het jongensuur gaat over het Joodse meisje Simone, dat gekweld wordt door dezelfde problemen als Burnier. Zo probeert Simone met rituele handelingen voor het slapengaan het groeien van een vrouwenlichaam tegen te gaan:


Om verschillende redenen was een spoedige metamorfose noodzakelijk. In de eerste plaats moest mijn vrouwelijke anatomie en fysiologie niet al te lang meer duren, want dan zou mijn lichaam voorgoed zijn verpest en zou de verandering niet meer lukken. In de tweede plaats was het vernederend voor mij, als jongen, nog veel langer door anderen als meisje te worden behandeld. De belachelijke meisjeskleren en de daarbij behorende speelgewoonten en overige gedragingen werden steeds kwellender. Ten derde wilde ik zeeman of piloot worden, en uit beide beroepen werden vrouwen geweerd. Ten vierde had ik gemerkt dat naarmate je ouder werd het hatelijke verschil in vrijheid tussen jongens en meisjes toenam.

Burnier laat het boek beginnen in 1945. Een vrij Nederland, maar Simone mag tijdens het jongensuur het zwembad niet betreden. We volgen haar verhaal terug naar het begin van de oorlog, terwijl ze ondergedoken zit op verschillende adressen en als beginnende puber kennismaakt met seksualiteit. Burnier had vergelijkbare ervaringen in de oorlog, met als klein lichtpunt haar toepasselijke schuilnaam Ronnie van Dijk – een echte jongensnaam.
Deze thema’s waren in de jaren zestig, toen Het jongensuur verscheen, vrijwel volledig onbesproken.

Burnier gaf vaker aanzet tot maatschappelijke debat, onder meer over euthanasie en abortus (ze was tegen beide). Haar opvattingen waren vaak aanleiding tot conflict met feministen.

Haar leven lang heeft Burnier zich verdrukt gevoeld, zowel door haar Joodse afkomst, haar geaardheid als door het feit dat ze een vrouw was. Maar: ‘Het is altijd een voorrecht te worden geboren in een onderdrukte groep’, zei ze ooit. Lijden is goed voor de mens: ‘In die zin dat het je wakker houdt, je bewustzijn scherpt, je geestelijke activiteit prikkelt.’

In het Literatuurmuseum kan nu het typoscript van Het jongensuur bekeken worden.

Literatuurmuseum

Den Haag

meer info

alle objecten